Zwolle, 7 oktober 2022
Steeds meer Nederlanders kiezen de laatste maanden voor een dynamisch energiecontract. De marktprijzen waartegen zij hun energie afrekenen liggen momenteel aanzienlijk lager dan de prijzen van variabele contracten. Afgelopen maand bedroeg het verschil in energiekosten 63 euro (31 procent), zo blijkt uit cijfers van energiebedrijf Zonneplan. Met name de stroomkosten vallen duidelijk uit in het voordeel van de dynamische gebruikers.
Een doorsnee huishouden gebruikte in september gemiddeld 130 kilowattuur (kWh) stroom en 23 kuub (m³) gas. Dat rekenden ze volgens het CBS af tegen een gemiddelde prijs van 3,26 euro per m³ en 0,72 euro per kWh, wat uitkomt op een totale rekening van 205 euro. Klanten van Zonneplan, die gebruikmaken van dagelijks wisselende gasprijzen en elk uur een andere stroomprijs, kwamen uit op 142 euro. Zij realiseerden gemiddelde dag- en uurprijzen van 2,57 euro per m³ en 0,46 euro per kWh.
Risicomarges
De verschillen komen voornamelijk doordat aanbieders van vaste en variabele contracten aanzienlijke risicomarges inbouwen, om eventuele prijsschommelingen op de langetermijnmarkt te kunnen opvangen. Met name op de gasmarkt fluctueren de prijzen voortdurend. Dat risico valt echter weg bij aanbieders van dynamische contracten, omdat klanten daar per dag en uur hun daadwerkelijke verbruik afrekenen tegen de op dat moment geldende day-aheadprijzen. De dag-inkoopprijzen liggen daardoor momenteel aanzienlijk lager.
Prijsplafond stimuleert dynamische contracten
Zonneplan verwacht dat de animo met de invoering van het prijsplafond per 1 januari de komende tijd toeneemt. Huishoudens die niet meer verbruiken dan de plafondwaardes (2900 kWh en 1200 m³ per jaar) betalen niet meer dan 0,40 euro per kWh en 1,45 euro per m³. Maar blijken de marktprijzen in de praktijk lager te zijn, wat voor stroom momenteel al vaak het geval is? Dan valt hun rekening nog lager uit. De verwachting is daarentegen niet dat ook vaste- en variabele contractprijzen het komende jaar zo sterk zullen dalen.