Zwolle, 15 november 2021
Nergens in Nederland groeide het aantal zonnepanelen per huishouden zo hard als in de provincie Noord-Brabant. Vergeleken met 2016 lag hier het aantal panelen dat een gemiddeld huishouden in 2021 bezat liefst 5,5 keer hoger. In Zeeland en Groningen is er sprake van ‘slechts’ een verdrievoudiging. In het Groningse Oldambt werd de snelste stijging genoteerd. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, op basis van CBS-cijfers.
Noord-Brabant dankt haar koppositie vermoedelijk aan een combinatie van twee factoren. Enerzijds zijn de inkomens er gemiddeld genomen hoger dan in grote delen van de rest van het land, waardoor een investering in zonnepanelen eerder tot de mogelijkheden behoort. Anderzijds, en daarin verschilt Noord-Brabant van de Randstad, hebben Brabanders relatief vaak een eigen dak dat geschikt is voor zonnepanelen. In Noord- en Zuid-Holland is het percentage meergezinswoningen (lees: flats) immers aanzienlijk hoger.
Drenthe de absolute koploper
In absolute zin, dus puur gekeken naar het aantal zonnepanelen per huishouden in 2021, is Drenthe echter de onbetwiste koploper. Een doorsnee huishouden heeft hier 3,21 zonnepanelen op het dak, tegen bijvoorbeeld slechts 1,11 en 1,22 in respectievelijk Zuid- en Noord-Holland. Maar aangezien die vergelijking door het percentage geschikte woningen, zoals hierboven al beschreven, mank gaat, heeft Zonneplan specifiek gekeken naar de relatieve toename in de afgelopen vijf jaar. Dat laat beter zien in hoeverre inwoners per provincie gemotiveerd zijn om eigen stroom op te wekken.
Grootste stijging in Oldambt
Zoomen we verder in, dan blijken inwoners van de gemeente Oldambt in Groningen het hardst aan de slag zijn gegaan met zonnepanelen. Hadden zij in 2016 gemiddeld nog 0,39 zonnepanelen per huishouden, in 2021 is dit al gegroeid tot 3,27: keer 8,4 dus. Na Oldambt komt de Gelderse villagemeente Rozendaal, die in absolute zin overigens koploper is met 4,83 zonnepanelen per huishouden.
Waar de provincie Groningen dus de koploper levert, bungelen opmerkelijk genoeg ook twee Groningse gemeenten juist onderaan de lijst. Het gaat om Het Hogeland en Eemsdelta, waar het aantal zonnepanelen per huishouden net wel (Eemsdelta, keer 2,1) en net niet (Het Hogeland, 1,9) verdubbelde. Ook Midden-Groningen staat in de top-10 gemeenten met de kleinste toename, die verder voor de helft bestaat uit Zeeuwse gemeenten (Veere, Hulst, Borsele, Noord-Beveland en Kapelle).
Terugverdientijd zonnepanelen
Hoewel er dus aanzienlijke regionale verschillen zijn, geldt dat er in elke Nederlandse gemeente sprake is van een forse toename van het aantal zonnepanelen per huishouden. Die toename is volgens Zonneplan sterk gerelateerd aan de gestegen energieprijzen sinds oktober vorig jaar. Hoe duurder het is om elektriciteit van het net af te nemen, hoe meer zonnepanelen zichzelf immers uitbetalen. Volgens het CBS betaalt een gemiddeld huishouden momenteel 73 cent per kilowattuur (kWh). Bij een jaarlijks verbruik van 2500 kWh bespaar je daarmee zo’n 1800 euro op jaarbasis wanneer je zonnepanelen laat installeren. Die investering van drie à vierduizend euro verdien je in de huidige situatie dus al binnen twee tot drie jaar terug.