Zwolle, 23 augustus 2022
Dit jaar is er gemiddeld tweeënhalf uur per dag sprake van een overschot aan wind- en zonnestroom. Windmolens en zonnepanelen leveren op die momenten meer stroom dan nodig is. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan. Deze maand gaat het aantal uren met een overschot zelfs richting de vijf per dag. Tegelijkertijd draaien onze apparaten gemiddeld vijfenhalf uur per dag vrijwel volledig op grijze stroom uit gas- en kolencentrales.
Op de momenten van overschot wordt deze elektriciteit geëxporteerd naar landen als Duitsland, België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Maar daar zit een limiet aan: de zogeheten interconnectoren kunnen een beperkte hoeveelheid stroom per tijdseenheid verwerken. Op de momenten dat de spanning te hoog dreigt te worden, worden windmolens en zonnepanelen afgeschaald. Daarmee gaat kostbare groene stroom verloren.
‘s Avonds tekorten
Later op de dag geldt vaak het tegenovergestelde: de vraag naar stroom neemt toe, terwijl de zon ondergaat en ook de wind gaat liggen. Daardoor staan gas- en kolencentrales op die momenten garant voor het overgrote merendeel van de gevraagde elektriciteit. Volgens Zonneplan zouden consumenten daarom een prijsprikkel moeten krijgen om juist overdag, op momenten van overschot, apparaten aan te zetten in plaats van ‘s avonds.
Auto opladen en thuisopslag
Die prikkel is er wanneer iemand gebruikmaakt van een dynamisch energiecontract met uurprijzen. Op de momenten dat zon en wind veel stroom produceren, liggen de prijzen laag. Een doorsnee consument kan daarop inspelen door de timer van de vaatwasser of wasmachine op die uren in te stellen. Maar vooral bidirectioneel ladende elektrische auto’s en thuisbatterijen zullen volgens Zonneplan een grote rol gaan spelen in dit vraagstuk. Deze kunnen op momenten van dreigend overschot als buffer dienen, waarna ze de stroom weer kunnen terugleveren wanneer hier veel vraag naar is.